Stadsgidserij Tilburg heeft zich als doel gesteld om Tilburg op een breed vlak te promoten. Ze organiseert in dat kader vele soorten stadswandelingen. Vandaag kombineerde ze het steunen van een goed doel met het organiseren van een ‘fietstocht’ langs een drietal kroegen. Rode draad was de geschiedenis van de Tilburgse horeca. Het inschrijfgeld kwam geheel ten goede aan de Doe een wens Stichting. Deze Stichting vervult wensen van kinderen met een levensbedreigende ziekte.

Terwijl de stadsgids in algemene zin iets vertelde over de historische achtergronden van de Tilburgse horeca en over de locatie waar we op dat moment waren, waren een drietal Tilburgse schrijvers/dichters bereid gevonden om over hun ervaringen met de Tilburgse horeca te verhalen.

Paul Spapens bracht in ‘Het Dorstig Hert’ de biergeschiedenis van Tilburg onder de aandacht. De Tilburger dronk in principe geen water. Daar zaten alleen maar bacteriën in. Bier was het alternatief, weliswaar met een lager alcoholpercentage, maar toch….Tilburg kent nu nog twee bierbrouwerijen: Trappistenbrouwerij De Schaapskooi, en Bierbrouwerij Moerenburg.

In de ‘Troubadour’ belichtte Jace van de Ven vooral de sfeer van een buurtcafé. De ‘Troubadour’ ademt ook die sfeer. Waar vroeger het buurtcafé overdag ook nog open was, is dat tegenwoordig een zeldzaamheid. Werkloze personen brengen hun tijd niet meer al toepend of hoogjassend door in de kroeg. De tijdsinvulling is anders geworden. Met z’n anekdotes had Jace de lachers op zijn hand.

Jasper Mikkers bracht in café ‘Weemoed’ een ode aan de kastelein, verhaalde over de Juliabar, een nachtcafé dat in het pand zat voordat Weemoed erin zat, en brak een lans voor de toiletpoëzie. WC’s in kroegen lijken een bijzondere aantrekkingskracht te hebben op personen die iets op de muren kwijt willen. De éne kroeg ziet daar een soort kunstvorm in, en laat de teksten staan, de andere kroeg is veelvuldig met de verfkwast in de weer.

Blog Image

Een korte anekdote:
Groothandel De Kok die vooral leverde aan restaurants en café’s besloot naast het standaard assortiment bijprodukten te gaan leveren. Bloknotes, gum, pennen, enzovoorts. Tenslotte waren dat dingen die elke horeca-ondernemer wel nodig had. ’s Avonds was de eerste telefonische bestelling al binnen: een doos pennen. Bij aflevering bleek er een misverstand: het moest bezorgd worden bij de ‘Italiaan’, en die had om ‘penne’ gevraagd, pasta…..

Het was een zeer geslaagde middag. Het idee is zeker het herhalen waard, met welk thema dan ook.