Op het moment dat de gulden vervangen werd door de euro, leek het me wel leuk om van de verschillende landen hun munten te hebben, liefst meerdere malen. Ik zal de enige niet zijn geweest. In de loop der tijd kwamen speciale munten in omloop. Verdrag van Rome, 10 jaar euro. Elk land had daarnaast ook nog eigen speciale uitgaven. Duitsland is in 2006 begonnen met een kastelenserie. Elk jaar een ander Schloss. Griekenland heeft natuurlijk een Olympische Spelen munt. Via België kwam ik te weten dat Louis Braille in 1809 geboren was. Zo hebben de meeste landen wel iets specifieks. De meeste herdenkingsmunten, of aandachtsmunten worden op het twee-euro muntstuk uitgebracht. Inmiddels zijn er ook nog landen bij gekomen ten opzichte van de oorspronkelijke twaalf (eigenlijk vijftien, maar Monaco, San Marino en Vaticaanstad zijn toch een hoofdstuk apart): Slovenië, Slowakije, Cyprus, Malta.

Je kunt al die munten wel gaan bestellen bij één of ander muntenhuis, maar da’s niet leuk. In het wild tegenkomen is echter. Het helpt natuurlijk dat ik in een winkel werk. Weliswaar niet achter de kassa, maar buiten de openingstijden van de winkel heb ik in ieder geval de gelegenheid om de inhoud van de kassalade even te onderzoeken. Ik heb er echter vaak geen tijd voor. In de bakkerij tegenover ons werkte iemand (hij werkt nu ergens anders) die voor verschillende mensen munten apart hield. Voor mij ook. Ik moet wel zeggen, dat ik van de nieuwe eurolanden wel een setje munten besteld heb. De centen en tweecenten zijn hier in Nederland nog nauwelijks in omloop. Wil je die nog in je portemonnee krijgen, moet je naar het buitenland. (Behalve Finland, die had ze meteen al de ban in gedaan. Toch heb ik nog drie Finse centen en één tweecent.) Nederland is te zakelijk.

Inmiddels is mijn voorraadje euromunten aardig gegroeid. Een leuk appeltje voor de dorst. Want ja, die euro heeft het leven toch wel duurder gemaakt, en dan komt er nog zo’n crisis overheen.

Voor veel neringhouders de druppel, die de emmer (bijna) deed overlopen:
– de tabakshandelaar werd de sigaar
– de herenmode is de das omgedaan
– de lampenwinkelier ziet de toekomst duister in
– de houthakker heeft er het bijltje bij neergelegd
– de kousenfabrikant ziet er geen gat meer in
– de horlogemaker zou de tijd terug willen zetten
– de confectie-industrie moet er een mouw aan passen
– de binnenschipper is aan lager wal geraakt
– de wielrenner weet niet meer rond te komen
– de badmeester kan het hoofd niet meer boven water houden
– de bierbrouwer moet uit een ander vaatje tappen
– de kapper zit met z’n handen in het haar
– de kweker zit op zwart zaad
– de tuinder heeft men knollen voor citroenen verkocht
– de boer is uit het veld geslagen
– de helderziende schemert het voor de ogen….