Toen zonen O en R jong waren, werd er met hen nog wel eens ‘zoek de 7 verschillen’ gespeeld. Dat ging als volgt: iemand showt zich zoals hij er op dat moment uitziet, gaat de kamer uit, en komt terug met 7 veranderingen in zijn uiterlijk.

Zo ging zoon O ook eens de kamer uit. Kwam terug met onder andere een rookworst aan z’n oor. Alle veranderingen werden geraden, maar niemand bracht de rookworst ter sprake. ‘Zal ik een hint geven?’ vroeg zoon O, en hup, daar ging zijn tongetje in de richting van zijn rechteroor. Bloedserieus.

Dit spelletje werd nieuw leven ingeblazen met kleindochter. Die had het snel door: toen wij aan de beurt waren om bij haar de veranderingen te raden, stelde zij ons zwaar op de proef. Niet alleen had zij haar sokken uitgedaan en in plaats daarvan zakdoeken om haar voeten geknoopt, maar ook had zij haar schoenen weer aangetrokken. De metamorfose onttrokken aan het zicht.

‘Daar had ik jullie goed te pakken, hè?!’