Jaren geleden heb ik een bridgetoernooi in Warschau gespeeld. Eind zeventiger jaren. Met vieren in de auto trokken we er naartoe. Eén van de tussenstops was Berlijn. Veel kan ik me er eerlijk gezegd niet van herinneren. Hier en daar een flard. Wat wel indruk maakte was de entourage bij de Muur. Prikkeldraad, veel bewaking, wachttorens.
In 1989 werd de Muur afgebroken. Een historisch gebeuren. Einde Koude Oorlog, zou je zeggen. Maar ook vrijheid voor de Oostduitse burgers. Het afbreken van de Muur was een hele happening. Van heinde en ver toog men er naartoe om liefst eigenhandig mee te helpen met slopen. Brokstukken werden verkocht als souvenir.
Kleine stukken muur bleven overeind. De meeste van die stukken werden ingepast in het algemeen architectonisch geheel. Niets herinnerde meer aan de Koude Oorlog.
Behalve een langer stuk Muur, de East Side Gallery. Dat stuk werd gekoesterd. Kunstenaars hebben er hun lusten op gebotvierd. Het stuk kwam onder monumentenzorg. Is een heuse toeristische attractie geworden.
Maar toch, de tijd schrijdt voort. Waar een projectontwikkelaar het voor het zeggen heeft, worden zelfs de meest robuuste muren geslecht. Monumentenzorg of niet. Een deel van de muur van de East Side Gallery staat de plannen van de ontwikkelaar in de weg om er luxeflats te bouwen. Weg ermee dus!
Waar men in 1989 stond te juichen bij het afbreken van de Muur, worden nu protestacties gehouden om te voorkomen dat de East Side Galllery verbrokkelt.
De kunstwerken worden weliswaar niet gesloopt, krijgen elders een nieuwe bestemming, maar het voelt nep aan.
Eeuwig zonde. Inderdaad, het voelt nepperig. Zijn er nog geen protesten gehoord?