Het was het idee van een vriendinnetje van kleindochter. Ze wilde graag eens naar een begraafplaats, maar haar ouders vonden dat maar niks. Moeder is iemand die veel met geesten bezig is, en ja, op een kerkhof wemelt het van de geesten.
Maar wij hadden zoiets van: wat een goed idee! De dood hoort bij het leven. Laten we een dag in de vakantie plannen. We zorgen dat er wat plantjes zijn, muziekinstrumenten en knuffels. Afgelopen woensdag 4 januari was de dag.
We liepen langs de verschillende grafstenen. Keken naar de namen, en de jaartallen, hoe oud de mensen werden, enzovoorts. Op sommige grafstenen was een A4-tje geplakt waarop stond dat de bezoeker contact moest opnemen met het secretariaat van de begraafplaats. De reden is dan dat het graf geruimd gaat worden.
Soms is de grafsteen omgevallen. Zou het de verantwoordelijkheid van de begraafplaats zijn om de steen weer recht te zetten, of is dat een zaak voor de nabestaanden van de overledene?
We hadden niet voor niets deze begraafplaats uitgekozen: familie van partner lag hier nog begraven. Haar zus, een tante met haar man, en haar oma. We hebben de graven gevonden, en kleindochter en vriendin hebben er een plantje bij gezet.
Al lopend kwam kleindochter haar eigen achternaam op één van de grafstenen tegen. Dan komt het wel heel dichtbij. We konden alleen niet zeggen of het echt familie was. Dat moeten we nog navragen.
Zo kwamen we iets verder bij een veldje waar graven lagen van kindertjes die net na de geboorte overleden waren. Dat maakte indruk. Daar werden knuffels neergelegd. Partner en de twee kinderen haalden de muziekinstrumenten tevoorschijn, en speelden iets voor de overledenen.
De dag was een schot in de roos voor de twee, en voor ons ook. Ondanks de ernst van de begrippen ‘sterven’ en ‘begraven worden’, bleek er genoeg ruimte voor een speelse noot, zoals we op de verschillende graven tegenkwamen.