Gelezen bij Cheffen…..hoe het een bestekfamilie kan vergaan…..

Vork en Lepel waren Mes aan het treiteren.
“Hé hakkelaar met je kartels, je vader is een botte boer!” sliste Vork.
Lepel, die stomme opschepper, grinnikte alleen maar dom.

Mes had het al een tijdje aan liggen horen en hield wijselijk z’n tanden op elkaar.
“Dan houden ze vanzelf op” zei z’n moeder altijd, maar Vork en Lepel waren op dreef.
“Je moeder is zo dik omdat ze het verschil tussen eten en snijden niet kan onthouden!”
Lepel weer, die had ie ook niet van zichzelf maar van het slabestek of MC Rucola en Dr. IJsberg zoals ze zichzelf graag noemden. Rappende bestekonderdelen, hoe verzin je zoiets.
Toegegeven, met de blingbling zat het goed, Mes was altijd al jaloers geweest op hun parelrand. Zelf kwam ie uit een kantinefamilie, geen enkel detail sierde zijn oppervlak.

Omdat Lepel en Vork toevallig van Scandinavische afkomst waren en strak gedesigned, voelden ze zich altijd al verheven en gedroegen zich daarnaar ondanks het feit dat ze later in de la waren gekomen dan Mes.
De ene Eter was bij de andere ingetrokken en had het arrogante edelstaal zomaar tussen hen ingegooid.

“Je vader snijdt alleen nog maar de bocht af!” proestte vork. Zoals altijd het hardste lachend om z’n eigen grappen.
Dit was de bloody lemmet!
De vader van Mes had maanden geleden een ongeluk gehad. De Eters hadden ruzie gekregen tijdens de afwas en een van hen had de la al drie keer krachtig dichtgesmeten voordat ie erachter kwam dat vader ertussen zat. Vader Mes was sindsdien zo krom dat ie alleen nog als schroevendraaier gebruikt werd en ging er dus met de week meer verfrommeld uitzien.

Mes sloeg de adviezen van moeder in de wind en richtte zich eerst met een snedige opmerking op Lepel, de zwakste van het treitercouvert. Houd je bek, afgelikt stuk pisbakkenijzer, ik hoop dat je zaterdag verzuipt in de kippensoep! Was het lekker vannacht? Lepeltje lepeltje liggen met je eigen broers?
Weer die irritante lach van Vork, de loyaliteit voor z’n neef was ver te zoeken.

En vork, als ik jou te pakken krijg kun je straks je tanden gaan zoeken!
Een dreigement dat Mes makkelijk kon maken, er moest toch wel iets heel bijzonders gebeuren mochten hun wegen elkaar nog eens kruizen.
Lepel en Vork hadden hun doel bereikt, Mes op de kast…. Figuurlijk natuurlijk want iedereen in de la wist dat voor bestek de wereld klein was.
Als je er al eens aan zou ontsnappen was het samen met de etensresten de vuilnisbak in. Zo was Mes al twee zussen verloren. Zijn familie was een incompleet en gehavend rommeltje geworden en zonder het ooit uit te spreken wist ieder lid dat het niet heel lang zou duren voordat ze allemaal vervangen zouden worden en in de één of andere kringloopwinkel zouden eindigen, tot groot genoegen van de Zweden.

“We komen nou eenmaal niet van Kyra ten Cate.” Zei z’n moeder vaak. Weer zo’n tegeltjeswijsheid waar je niks mee kon. Het gerucht ging in de la dat de Eters nog een ander bestek hadden van echt zilver. Er gingen wilde verhalen de ronde over een notenhouten bestekkist met 3 verdiepingen en fluwelen bekleding waarin niemand tegen elkaar aan hoefde te liggen. De “Kyra ten Cate kist” werd het fenomeen genoemd en moeder zou het volgens vader vreselijk romantiseren.

“Het zal wel vérzilverd zijn en hoe zou jij je voelen als je alleen met kerst uit die muffe kist mocht komen.” De afgunst droop van de zin af die vader steevast terugketste terwijl moeder begon te dagdromen over diners bij kaarslicht en mals vlees in plaats van taaie broodkorsten.

Zoals altijd kwam het moment sneller dan verwacht.
De Eter met de grootste handen griste Mes en de zijnen in een paar halen uit de la, een bekend ritueel al vond Mes dat ze vandaag toch wel met z’n velen waren. Eters op visite? Nee, want dan werden de Zweden altijd gebruikt. Er klopte iets niet besefte mes terwijl hij zag dat zelfs z’n vader uit de la werd gepakt.

“Kun jij hier iets mee?” vroeg de zware stem van de Eter aan iemand anders.
De andere Eter keek een paar seconden minachtend naar Mes en voelde aan z’n afgesleten muizentanden.” Neuh…” was het allesbepalende oordeel, dit was het einde, Mes kon nog net het woord “kringloopwinkel” opvangen terwijl hij rinkelend met de rest van z’n familie in een plastic zak werd gegooid en stelde iedereen gerust. Een nieuw leven. Wie weet, eters met een tuin, Mes zag zichzelf al liggen, opgewarmd door de zon, klaar voor de zoveelste barbecue.

Hij glimlachte bij de gedachte dat ie toch meer op z’n moeder leek dan hij dacht…..