Gisteravond zag ik een groot gedeelte van een documentaire over een blinde jongen die met echolocatie (het klikklakken met de mond) zijn weg probeert te vinden. Hij moet nog veel leren (onder andere dat je een blindengeleide stok echt wel als hulpmiddel nodig hebt, omdat niet alles in je omgeving te ‘zien’ is met echolocatie), maar hij komt er wel.

Het is vreemd, ik ken wel een aantal bekende blinde mensen: Jules de Corte, José Feliciano, Ray Charles, Stevie Wonder, Andrea Bocelli (allen iets met muziek), Vincent Bijlo (cabaretier), Bernlef (schrijver/dichter) en Louis Braille (de uitvinder van…).
Bekende dove mensen ken ik eigenlijk niet. Hoewel, Marlee Matlin, die echt doof is, speelt in de film Children of a lesser God, een dove concierge, met als tegenspeler William Hurt.

Van tijd tot tijd wordt wel eens de non-vraag gesteld wat je ‘liever’ zou overkomen: doofheid of blindheid? Als het vanaf je geboorte is, of zo goed als, dan weet je niet beter, dan groei je ermee op. Overkomt het je op wat latere leeftijd, dan ben ik geneigd om voor doofheid te gaan. Ik doe meer dingen waar ik mijn ogen bij nodig heb, ik ben meer visueel ingesteld. Ik heb ook het gevoel dat je als dove minder afhankelijk bent van anderen dan als blinde, maar goed, dat is maar een idee….

Het blijft het prettigst om van alle zintuigen te genieten…