Tradities zijn er om in stand gehouden te worden. Eénmaal per jaar organiseert de familie van partners kant een samenzijn in de Efteling. Er wordt een datum geprikt; wie kan die gaat op de uitnodiging in, wie niet kan, nou ja, die komt niet. Maar….ieder probeert zijn/haar agenda zodanig in te richten dat het dagje Efteling in de rest van de planning past.

Gisteren was er weer zo’n familiebijeenkomst. Lekkere ongedwongen sfeer. Geluk gehad met het weer. Het was minder druk in de Efteling dan waar we ons mentaal op voorbereid hadden. Toch moesten we nog wel eens in de rij staan. Zo ook kleindochter en ik bij één of andere attractie. Was het bijna zo ver, dat we in het treintje konden stappen, klonk het: ‘Opa, ik moet plassen.’ ‘Moet je erg nodig?’ ‘Ja…’ Hup, uit de rij, naar de WC, en nee, niet meer terug in de rij.

Eigenlijk wilde ik het niet zozeer over de familiedag hebben.

Bij één van de stenen muurtjes waarop veel mensen even gaan zitten om een boterham te eten, of een paar slokken te drinken, zag ik een parkeerkaart op de grond liggen, een beetje verfrommeld. Die bleek nog geldig tot november van dit jaar. Toch nog 8 euro waard. (Jawel, alleen het parkeren kost al 8 euro…) Het is duidelijk dat iemand de kaart verloren is. Misschien tegelijk met het pakken van het brood uit de tas gevallen. Eigenlijk zou je de kaart ergens naartoe moeten brengen, maar het is allemaal zo massaal. De klantenservice van de Efteling ziet je al aankomen…..We hebben de kaart dus gehouden. Voor een eventuele volgende keer.

Op het parkeerterrein in de rij naar onze auto waren we getuige van een tweegesprek: ‘Ben ik echt tegen die auto aangereden?’ ‘Ja, echt. Kijk maar, twee flinke beschadigingen rechtsachter op de bumper!’ ‘Shit zeg, ik heb niks gemerkt.’

Toen wij even later langs de gewraakte auto reden, waren beide dames weg, en prijkte er ook geen briefje onder de ruitenwisser van de auto…