We hadden vrijdagavond een etentje bij vrienden. Er kwam nog een stel eten. Zo waren we met het groepje bij elkaar, dat eens per jaar een lang weekend in één of andere stad verblijft, en de leuke, dan wel interessante dingen bezoekt. Gent, Leuven en Alkmaar zijn plaatsen die we al bezocht hebben.

Nu we toch zo met z’n zessen bij elkaar waren, was dat een mooie gelegenheid om koppen met spijkers voor dit jaar te slaan: de plaats, en wanneer.

Toen kwam bij één van hen het hoge woord eruit: zij wilde eigenlijk niet meer mee gaan met het jaarlijkse uitje, omdat ze zich enorm ergert aan het gepluk van mij aan mijn baard en dergelijke.
Ik geef toe, ik doe wel eens plukken, en ik frunnik wel eens. Meestal op momenten dat ik iets zit te overdenken, of naar de TV kijk. Of iets lees op de computer. Onbewust. Eigenlijk een tic dus. Dat een tic dit soort gevolgen kan hebben, dat overviel me. De anderen in de groep waren er niet blind voor, maar hadden er verder geen moeite mee. Eén van hen vroeg zich af of het niet een tic was, om je zo te ergeren aan andermans tic, dat je daarvan over je nek gaat.

Na veel praten kwam eruit, dat de groep (nog) niet uit elkaar valt, dat we in zijn voor een lang weekend stad. Het weekend is ook al geprikt: 9, 10, 11 september. Waar is nog niet bekend. Aan mij de taak het gefrunnik onder contrôle te houden, aan haar de taak de grens van ergernis te verleggen.

Er komt in ieder geval een testcase: we hebben afgesproken om begin mei naar Karin Bruers te gaan.