Ik zal het wel vaker gezegd hebben: toen ik naar Tilburg kwam om te studeren, nam ik een abonnement op de VPRO-gids, de Volkskrant en Vrij Nederland. Doorheen de jaren waren die drie abonnementen een constante aan de uitgavenkant, hoe moeilijk rondkomen het soms ook was.

Toen er plannen waren om naar Frankrijk te gaan, heb ik de drie abonnementen opgezegd. Af en toe kocht je een losse krant, je volgde nieuws via nu.nl en de TV, je kocht wel eens een TV-gids.

Alsof iedereen in de dagbladen- en tijdschriftenwereld het klantenbestand van elkaar nauwlettend in de gaten hield, en vooral de opzeggingen, het feit ligt er dat ik na mijn opzeggingen regelmatig gebeld werd door deze of gene krant met de vraag of ik niet wilde overstappen naar hun blad. Soms ging ik in op een aanbod, waarvan begin en einde vast stond. Een proefabonnement, zoals dat heette. Zo’n proefabonnement mocht de krant niet ongelimiteerd aanbieden. Een proefabonnement is iets goedkoper dan een normaal abonnement; het zou niet eerlijk zijn tegenover de normale abonnees.

Het werd duidelijk dat de verhuisplannen definitief niet door gingen. Ik nam weer een abonnement op de VPRO-gids. En op Vrij Nederland, dat juist weer leesbaar begon te worden. Het had een duidelijk mindere periode gekend. Ik besloot een abonnement op de zaterdagkrant van de Volkskrant te nemen, naast een normaal abonnement op het Brabants Dagblad.

Nog steeds word ik om de zoveel tijd gebeld door een krant of een tijdschrift. Het sleutelwoord is ‘proefabonnement’. De dagbladen en tijdschriften verkeren in zwaar weer, en ik wil ze best steunen, maar niet via allerlei vaste abonnementen. Dus ga ik af en toe in op het aanbod van een proefabonnement. En die ongelimiteerdheid… vergeet het maar.

Ik heb net zes weken de Groene Amsterdammer op proef gehad. De periode was nog niet voorbij, of ik werd gebeld, of ik voor een half jaar het tijdschrift op proef wil….

….en ja, ik ben erin getrapt.