Enkele bevindingen:
1. De vaste begroeting hier is: `Hello, how are you?`, waarna even gewacht wordt op een reactie. Altijd. Zo was ik ergens foto`s aan het maken, waar het kennelijk niet mocht. Hello, how are you? Dan, na mijn antwoord: Who gave you permission to take these pictures? Nog steeds niet beschuldigend.
In Nederland zou je meteen iets te horen krijgen in de trant van: Hé, je mag hier geen foto`s maken. Kappen nu.
2. Internetten kun je via twee mogelijkheden. Met een abonnement bij één of andere provider, of prepaid. Een abonnement is vrij duur, dus schakelen de meeste mensen over op het prepaid-systeem. Je moet wel in de gaten houden wanneer je internettegoed verloopt. Dat was hier dezer dagen het geval. Bij verschillende winkels kun je nieuwe `air-time` kopen, zelfs in de supermarkt. Je krijgt dan allerlei codes mee, je moet iets met je telefoon, en uiteindelijk is er weer internet.
3. Over het algemeen worden wijn en bier in één adem genoemd. Hier in Zuid-Afrika denkt men daar anders over: wijn is in alle soorten en maten in de supermarkt te krijgen, maar voor bier moet je naar de slijter.
4. Bij elk stoplicht en bij elk stopbord lopen mensen langs de auto`s, met allerhande soorten waar. Huiden, nijverheid, snoep, limonade, kranten, vliegers, huisvuilzakken, huishoudelijke artikelen, enzovoorts. Je moet als automobilist maar net denken: o ja, ik had een vlieger nodig, laat ik eens een vlieger kopen….er is geen sociale zekerheid, dus de mensen moeten wel iets verzinnen.
5. Waar in Nederland De Spar bijna ter ziele is, kom je die hier bijna overal tegen.
6. De doggybag. In een restaurant wordt het helemaal niet vreemd gevonden om een doosje te vragen voor het eten dat je niet op kan, of later wil nuttigen. Zo kwamen er een paar vrienden van D en zoon R eten. Er was eten over. Eén van hen vroeg of hij dat mee mocht nemen…..ter verklaring voegde hij er later aan toe dat het voor `de lady` was, die bij hem werkte.
Dat was een opmerking die we met verbazing op ons in moesten laten werken…