Welnu, de doxycycline sloeg niet aan, de paracetamol met codeïne deed haar werk niet naar behoren. Terug naar de huisarts. Met AM. De vervangend-huisarts wist zich niet goed raad met de situatie: er was wel iets met de longen, maar ze kon er de vinger niet op leggen. Doorverwezen naar de longarts van het Elisabeth Ziekenhuis, via de Eerste Hulp.

Bij binnenkomst 5 buisjes bloed afgetapt, en een longfoto gemaakt. (Er zouden die dag nog 9 buisjes bloed volgen.) Even later: het is goed, dat u hem hier gebracht heeft, mevrouw. Hij is rijp voor de slachtbank….nou ja, dat zei de arts niet, maar het had niet langer moeten duren. We houden hem hier, mevrouw. Er is al een bed geregeld. Hij heeft een zeer ernstige longontsteking.

Ik kwam op een zaal met vier personen te liggen. Ieder met een slangetje in beide neusgaten voor de zuurstof, en een paal naast het bed, waaraan een zak zout en verschillende zakjes antibiotocica die via een infuus het bloed ingepompt werden. Ieder met zijn/haar eigen roggel. Naast mij lag iemand met longemfyseem: die won duidelijk de wedstrijd van meest onsmakelijke roggels produceren.
Ik kreeg een heuse fysiotherapeute-om-sputum-op-te-hoesten aan mijn bed. Die voorzag mij van trucjes om op een minder vermoeiende manier het slijm op te hoesten. Een bepaalde manier van ademhalen, of via ‘huffen’. Nou, als je gaat huffen, dan klinkt het net of er een oerdier aan het bronsten is…..gezellig voor de medepatienten.

De volgende dag echter kwam de arts met de mededeling dat ik positief getest was op de Mexicaanse griep (H1N1). Ik moest naar een isoleerkamer. De kamergenoten moesten nu ook getest worden op de Mexicaanse griep. Ik weet overigens niet hoe dat afgelopen is.
Ik zal één van de weinigen zijn die een Tamiflu-kuur gekregen heeft….
Daar lag ik dan. Heerlijk rustig, weg van het zaalgedoe. Maar iedere verpleegkundige die binnenkwam, met mondkapje voor en handschoenen aan, vond dat ik heel zielig was. Ik kon ze niet aan het verstand peuteren, dat ik dat alleen zijn juist zo prettig vond: je bewegen, zoals je wilt. Ongegeneerd een flinke hoestbui kunnen hebben, kunnen roggelen zoals je wilt, enzovoorts.

Toen kwam het moment dat er bloed bij het sputum zat. Er gingen andere alarmbellen rinkelen: zou er ook sprake zijn van TBC? Gezien mijn verleden: ooit als kind anderhalf jaar in het sanatorium in Katwijk gelegen met TBC. Eenzame opsluiting werd verlengd. De eerste testen wijzen er echter op dat van TBC geen sprake is, althans er is geen besmettingsgevaar voor de omgeving. Of ik daadwerkelijk wel of geen TBC heb, dat weten ze pas over zes weken.

Inmiddels was ik al van het zuurstof af, en was het infuus ontkoppeld. De antibiotica kreeg ik in pilvorm. Niets stond een verder herstel thuis in de weg. Ik ben dus nu weer thuis. De antibioticakuren (ik heb nog twee soorten) duren tot en met zaterdag. Daarna moet het op eigen kracht gaan. ‘Luister naar je lichaam’, zo sprak de longarts. ‘Dat doet-ie juist niet’, zo weerkaatste AM. ‘Maar ik zal wel een oogje in het zeil houden….’