Zoon R was een paar weken geleden weer terug verhuisd van Cardiff, Wales, naar Parijs. Zijn project in Cardiff was afgerond, de hang naar Frankrijk kreeg de overhand, en de combinatie van wonen in Parijs en werken voor zijn Engelse werkgever was mogelijk.

Aangezien wij wel toe waren aan een aantal dagen ‘andere omgeving’ en R de mogelijkheid bood bij hem te bivakkeren, was de beslissing snel genomen: de kerstdagen worden doorgebracht in Parijs.

Zoon R en vriend D hebben een appartement gevonden in Jourdain, een levendige wijk met een goede mix van winkels. Op loopafstand alles bij de hand. De Metro letterlijk voor de deur.
Nadeel: het appartement bevindt zich op de vierde verdieping. Geen lift. Oké, goed voor de conditie, maar het went niet echt.
Tweede nadeel: je kunt je auto nergens kwijt. De buurtbewoners die een auto hebben (R heeft de zijne verkocht), hebben een vergunning voor 1 euro per dag om ‘ergens’ in de omgeving hun auto te parkeren. Voor vreemde auto’s is geen plaats. Maar R heeft vrienden met twee parkeerplaatsen in hun appartementencomplex, waarvan ze er één niet gebruiken. Daar mochten wij onze auto stallen. Hield wel in, dat het op loop- en busafstand van 25 minuten was.

De momenten dat we eropuit trokken, geschiedden dus met het openbaar vervoer. De metro en de bus. In Parijs wordt nog het heerlijke systeem in het OV gehanteerd van kaartjes. Zowel geldig in de bus, als in de metro. Geen moeilijkdoenerij met inchecken en uitchecken via OV-chipkaarten. Je hoeft niks te activeren, geen extra geld op een pasje te zetten, kortom: waarom hebben we dit systeem niet in Nederland?

Ik had gehoord dat binnen het Grand Palais een schaatsbaan gerealiseerd was. Op zich is dat niet bijzonder, hier in Nederland zijn er ook allerlei indoor schaatsmogelijkheden, maar juist door de dakkoepels zou het er extra mooi uitzien. Helaas konden we niet zomaar naar binnen om te kijken, of we moesten in een lange rij staan, 12 euro betalen, en ook nog eigen schaatsen bij ons hebben. Dat feest ging niet door.

Wel zagen we onderweg langs de Avenue des Champs-Elysées veel kerstkraampjes, en ook wel aardige kerstversiering:

’s Avonds als de lichtjes aan zijn, schijnt het mooie effecten te geven.
Ook leerden we dat de mensen van de ambassade van Qatar van bonbons houden:

Londen heeft een hoog rad, Parijs heeft er ook één:

Hij staat aan de rand van Jardin des Tuileries. Vorig jaar was een ritje in het hoge rad nog gratis, dit jaar werd er entree voor geheven. We hebben niet gekeken hoeveel.

Op loopafstand van het appartement ligt het Parc des Buttes Chaumont. Weg van het verkeer:

Natuurlijk wordt er tijdens de kerstdagen ook gegeten. Het nationale kerstvoedsel in Frankrijk zijn oesters en coquilles Saint Jacques. Mensen staan ervoor in de rij. Wij hebben ze ook gegeten. Als ik heel eerlijk mag zijn: ik zou oesters niet onder de delicatesses scharen.

Zoon R heeft zich tijdens de kerstdagen uitgesloofd op culinair gebied. We aten op een tafelkleed, ‘ontworpen’ door de kleine toen ze ruim twee jaar was:

Eén van de gerechten die we aten, was een zelfgemaakte kaasfondue van Beaufort, Comté, Tomme de Savoie en Reblochon. Een heel (positief) verschil met de fondues die we hier in Tilburg nog wel eens uit een pakje klaarmaken.

We waren inderdaad een aantal dagen er helemaal uit.