Een bekende term binnen het bridgejargon is ‘de vierde kleur’. Een onderdeel van het biedsysteem waar je niet buiten kunt. ‘De vierde kleur’ wil niet meer zeggen dan dat het de vierde kleur is die door het partnership in hun biedserie geboden is. Een handig hulpmiddel om te ontdekken of je in een Sans Atout contract kunt aanleggen, of om erachter te komen of je partner een driekaart steun heeft in de door jou geboden hoge kleur, of gewoon om het verdere biedverloop forcing te maken (je wilt je partner in zijn kleur steunen, maar wil niet het risico lopen dat hij voortijdig past; meestal denk je in zo’n geval in de richting van slam).
Een spelletje van gisteravond:
De kaarten:
♠ 6
♥ A7543
♦ AJ75
♣ KJ9
Het biedverloop; partner begint:
1 Kl – 1 Ha
1 Sch – 2 Ru*
3 Ru** – 4 Ru***
4 Sch**** – 4 SA
5 Kl***** – 6 Ru
pas
Uitleg:
* : De vierde kleur. Geeft in dit geval de vijfkaart harten aan. Als partner zowel een driekaart harten heeft als een ruitendekking (waar dit bod ook om vraagt), dan gaat het aangeven van de driekaart voor.
** : Echt, vierkaart ruiten. Partner zal een singleton of renonce harten hebben.
*** : Stelt de troefkleur vast.
**** : Controle schoppen. De hartencontrole was al bekend.
***** : Geeft 0 of 3 van de 5 azen aan (troef Heer is ook een aas).
En zo wordt slam bereikt met de vierde kleur als troef. Een niet alledaags verschijnsel.
Partner had:
♠ A854
♥ Q
♦ KQ94
♣ A532
Troefstart was vervelend, maar Klaver Vrouw zat goed, en de ruitens 3-2 verdeeld. Het was net geen 7 Ruiten.