Onlangs las ik in de VPRO-gids een recensie van de debuutroman van Anke Scheeren ‘De mooiste dagen zijn het ergst’. De recensie zou aan mij voorbij gegaan zijn, als mijn oog niet was gevallen op het woord badeendjes. In Trouw een uitgebreidere recensie. In het boek wordt gerefereerd aan Curtis Ebbesmeyer, een oceanograaf, die met behulp van overboord geslagen goederen de zeestromingen onderzoekt. In 1992 viel een container met 29000 badeendjes overboord van een schip dat vanuit China op weg was naar de Verenigde Staten. Dat was smikkelen voor hem. Iets dat drijft was makkelijker te volgen. Na een aantal maanden spoelde de grootste lading aan op de kusten van Australië en Nieuw-Zeeland. Een belangrijk ander deel dreef af naar het Noorden, en kwam vast te zitten in het pakijs van de Beringstraat, vervolgde langzaam zijn weg via de Barentszee naar de Atlantische Oceaan. In 2000 werd de vloot badeendjes gezien bij IJsland, een jaar later bij Groenland. In 2003 dreven ze bij de kust van de Verenigde Staten. In 2007 zou de reis dan eindelijk voorbij zijn, in Engeland.
Eind vorig jaar, 2008, maakte een andere wetenschapper, Alberto Behar, gebruik van badeendjes voor zijn onderzoek. Hij verspreidde een negentigtal badeendjes op een gletsjer in Groenland, om op die manier te kijken hoe snel het water smelt, en vooral waar het water via welke onderaardse tunnels in de zee terechtkomt. Op een bepaald moment moeten die eendjes weer ergens opduiken.
Waarom spreken mij die badeendjes nou zo aan?
Vanwege onderstaand sprookje…..
Het verhaal van het gele badeendje
Er was eens een meisje dat verliefd was op een jongen omdat hij zo ontzettend mooi was. Op een dag komt de jongen bij het meisje op bezoek en omdat hij een lange reis had gemaakt vroeg ze hem: “Wil je geen bad nemen?” Natuurlijk wilde hij dat. Toen hij terugkwam zei hij spottend: “Wat doet zo’n stom geel eendje in de badkamer van zo’n groot meisje?” Het meisje werd niet enkel droevig maar ook een beetje minder verliefd en toen hij weg was, was ze zelfs blij dat hij weg was.
Een andere keer werd ze verliefd op een jongen omdat hij zo ontzettend verstandig was. Op een dag kwam de jongen bij haar op bezoek en omdat ook hij een lange reis had gemaakt vroeg ze hem: “Wil je geen bad nemen?” Natuurlijk wilde hij dat. Toen hij terug beneden kwam zei hij: “Wat doet zo’n stomme gele eend in de badkamer van zo’n groot meisje?” En het meisje werd niet enkel droevig maar ook een beetje minder verliefd en toen hij weg was, was ze zelfs blij dat hij weg was.
Weer een andere keer werd ze verliefd op een jongen die helemaal niet zo knap was en helemaal niet verstandig was, maar die gewoon heel aardig was. Op een dag kwam die jongen bij haar op bezoek en omdat ook hij een lange reis had gemaakt vroeg ze hem: “Wil je geen bad nemen?” Natuurlijk wilde hij dat. Toen hij terug beneden kwam, zei hij vrolijk: “Zeg heb je dat ook gemerkt dat als je dat gele eendje onder water duwt, het dan pssst zegt?”
Met die jongen is het meisje gelukkig getrouwd.