Onze kleindochter is links. Ze heeft ook een step.
– Gedachtegang 1: Als je links bent, is je linkerbeen sterker ontwikkeld, dan je rechter. Die gebruik je dan om op te staan, terwijl je met het rechterbeen afzet.
– Gedachtegang 2: Juist omdat je linkerbeen sterker ontwikkeld is, zul je dat been gebruiken om af te zetten.
De theorie: Het is niet goed om tijdens het steppen constant op hetzelfde been te staan. Om de paar slagen moet je afwisselen. Ervaren steppers doen dat in de vaart. Je moet afwisselen om verzuring tegen te gaan. Je moet ook niet te krampachtig afzetten, en de slag afmaken. Eigenlijk is ‘de slag afmaken’ in de sport heel gebruikelijk: bij het tennissen, het hockeyen, het golfen. Dat voorkomt dat spieren zich onnodig spannen.
De praktijk: kleindochter staat op haar linkerbeen, en zet (dus) met het rechterbeen af. Ze heeft nog niet op haar rechterbeen gestaan. Bang voor verzuring hoeven we niet te zijn. Als ze één rondje gestept heeft, is het genoeg, is ze weer afgeleid door iets anders….
En hoe deed ik het vroeger? Ik ben links, en ik zette met mijn linkerbeen af. Verzuring kreeg bij mij ook geen kans, zo’n fanatieke stepper was ik niet.