Wereldwinkels worden gerund door vrijwilligers. Bij de grotere wereldwinkel loopt nog wel eens een betaalde kracht rond, die coördinator is, of boekhoudkundig administrateur, zoals ondergetekende, of een soort manusje van alles. Meer betaalde krachten zijn niet op te brengen. De wereldwinkel is afhankelijk van de vrijwilliger.
Dat zorgt wel eens voor noodsituaties. Dan heb ik het niet over gebrek aan kennis met betrekking tot de kassahandelingen. Nee, het gaat om voldongen feiten die op korte termijn opgelost moeten worden, of waarmee je op dat moment moet dealen. Vrijwilligers draaien één of twee dagdelen per week een dienst. Er zijn een aantal vrijwilligers die ook op de koopavond hun dienst kunnen doen, maar niet elke week, of op de zaterdag, maar niet elke week. Kortom, er worden roosters gemaakt.
De afgelopen weken was het weer nogal grillig. Als je ’s ochtends opstond, kon het zomaar gebeuren dat een wit landschap je toelachte. Reden voor toch wel een aantal vrijwilligers om te zeggen: hier ga ik niet door….Ze bellen hun dienst af. Onder het motto: ik ben toch een vrijwilliger? Maar Gerrit mag wel een oplossing bedenken. Op korte termijn valt dat niet mee. Je valt steeds terug op dezelfde mensen. Mensen die op een bepaald moment op hun beurt zeggen: rooster mij de volgende maand maar niet in…..het wordt me teveel, en ik word er niet voor betaald…..Terecht, er zijn grenzen aan de inzetbaarheid.
Ik wil eigenlijk zeggen: vrijwillig is niet hetzelfde als vrijblijvend.