Gisteravond zapte ik na Radar naar Ned 2, naar het programma Wintergasten. De filosoof Roy Sorensen was de gast. Ik viel in op het moment dat de interviewer, Roel Bentz van de Berg, en de gast naar een uitvoering van Compositie 4’33 van John Cage keken. Dirigent, het zweet op zijn voorhoofd, een volledig orkest, doodse stilte. Af en toe hoorde je iemand uit het publiek kuchen. Vanwege de stilte kwam dat extra hard over. Na 4’33 minuten was de ‘uitvoering’ gedaan…publiek enthousiast. Enige tijd geleden had De Wereld Draait Door deze compositie ook in de uitzending, met achter de piano Reinbert de Leeuw. Gedurfd stukje TV: 4’33 minuten stilte.

(Dit doet me trouwens denken aan een sinterklaaskadootje van jaren geleden: ik kreeg een cassettebandje kado, met als begeleidende tekst, dat ik dan mooi een uurtje stilte kon opnemen…..ik was en ben niet zo’n prater)

Roy Sorensen had daar wel iets over te zeggen. Normaal heb je muziek. Om op adem te komen, las je even een pauze in. Nu heb je een lange pauze. Eigenlijk een soort ‘blank’, een gat, een leeg iets.
Hij trok het verder naar de taal. Vroeger werd alles achter elkaar geschreven. Als zo’n tekst voorgelezen werd, kwamen er toch automatisch rustmomenten. In het schrift kwamen die rustmomenten later ook….de spatie, de witte regel tussen twee blokken tekst, enzovoorts. Blanks.

Blanks zijn onmisbaar. Het is moeilijk om op iets ‘leegs’ een fundament te bouwen, maar je hebt dat lege wel nodig om struktuur aan te brengen.
En in de gedachtenstroom: om zelf tot rust te komen…