Als je de Volkskrant en de NRC naast elkaar houdt, vallen je veel parallellen op. Eén van die overeenkomsten is de invulling van de kookrubriek.
Elke dag een recept. In de NRC onder de naam ‘Thuiskok’, in de Volkskrant onder de naam ‘Volkskeuken’. Beide kranten maken gebruik van een pool van kookjournalisten en huiskoks, die op vaste dagen van de week hun bijdrage leveren. De recepten worden vooraf gegaan door achtergrondinformatie over het land van herkomst of over een ingrediënt dat in het recept verwerkt wordt of over het totaalplaatje. Zo leerde ik dat het favoriete gerecht van Juliana artisjokkensoep was. Niet dat het ervan zal komen om de soep klaar te maken, maar ik vond het leuk om te lezen.
Gisteren ging het in de Volkskeuken over de rode bietjes. Een groente dat lange tijd als armeluisvoedsel beschouwd werd, omdat de biet ook in ‘arme’ grond goed gedijt. Na 1970 kreeg de rode biet een andere status: dokter Moerman beweerde dat onder andere bietensap kanker kan bestrijden. Het werd een hype. Tegenwoordig wordt volgens mij vooral bietensalade gegeten, als het om rode bieten gaat.
Wij hebben eigenlijk altijd al rode bietjes gegeten, hype of niet. Vroeger hadden we het echter niet over rode bieten, maar over kroten. Dat vertelde ik Marie Louise Schipper, de schrijfster van het bietenrecept.
Dan kom je zeker oorspronkelijk uit Rotterdam?, was haar reactie. Ze zat er niet ver naast: het is Dordrecht.
Kennelijk wordt het woord ‘kroten’ alleen in Rotterdam en omgeving gebruikt.
Of zou het ook nog elders gebruikt worden?