Een rage. Een hype? Sinds enige tijd wordt in mijn omgeving heel fanatiek het spel Candy Crush Saga gespeeld. Partner speelt het, zoon O met schoondochter en zelfs kleindochter spelen het, neven en nichten van partners kant met aanhang spelen het, vrienden van partner spelen het. Zelfs kennissen uit Frankrijk en Hongkong.

Candy Crush is een onlinespel dat gekoppeld is aan Facebook. Het heeft heel veel levels. Om het volgende level te halen moet je bepaalde opdrachten met goed gevolg uitgevoerd hebben. Maar om die levels te spelen heb je levens nodig. Enerzijds krijg je die levens automatisch na elk half uur, met een maximum van vijf, anderzijds kun je levens aan je Facebookvrienden vragen. Vandaar dus de koppeling met Facebook. In het parcours dat je via de verschillende levels aflegt kun je ook zien waar je medespelers zijn. ‘Moet je die ijsbeer zien (vriendin van partner), die staat al daar!’ Een zeker wedstrijdelement erin verweven, ja, dat mag ik wel. Zolang het niet frustreert.

De levels zijn niet makkelijk. Het kan gebeuren dat je er dagen over doet om het volgende level te halen. Gemopper alom. ‘En ik kan niet verder, want ik ben dood, ik heb geen levens meer, moet ik weer een half uur wachten, en die vrienden van mij zijn niet scheutig met schenken van levens aan mij….’

Nee, ik ben zelf (nog) niet begonnen aan het spel. Die koppeling met Facebook zint me niet zo. Facebook neemt het toch al niet zo nauw met de privacy, maar via dat spel lijkt mij het einde helemaal zoek.

Het spel is heel verslavend. Daar heb ik even geen tijd voor. Ik loop nog veel leesvoer achter.