De kanjermethode, het idee van de witte en zwarte petjes. Het is al langer bekend.
Om het pesten op school onder contrôle te krijgen, bedacht men dat de pester een echte dan wel virtuele zwarte pet opgezet kreeg. Middels goed gedrag zou hij weer van die pet afkomen. De kinderen die aan de goede kant van de ‘pestgrens’ staan, krijgen een wit petje opgezet.

Deze methode is ook doorgedrongen tot de school waar kleindochter op zit. Daar wordt met virtuele petjes gewerkt. Op de één of andere manier schijnt het wel te werken.

Maar het kan ook te ver gaan: gisteren waren we met kleindochter bij een speeltuin. Trampoline springen, van de glijbaan af, enzovoorts. Komt ze op een bepaald moment naar ons toe. ‘Ik word baby genoemd, dat vind ik niet leuk…’ ‘Nou, dan zeg je toch, dat-ie zelf een baby is.’ ‘Ja maar, dan ben ik mijn witte petje kwijt….’

Daar stop je een pester niet mee. Een beetje voor jezelf opkomen moet toch kunnen, lijkt mij. Aan de andere kant: het escaleert niet.